Als je zelf niet zoveel inspiratie hebt (aan vakantie toe, zullen we maar zeggen) kun je altijd terecht bij mensen die een inspiratiebron voor je zijn. Zo iemand is voor mij de Vlaamse psychiater Dirk de Wachter.
Ik deel graag iets met jullie uit een interview met hem.
De Wachter ziet dagelijks mensen die ongelofelijke tegenslagen hebben, maar die dat toch aankunnen. Zijn vak is om bij mensen “te zoeken naar hun grond”. “Sommigen hebben in hun opvoeding moerassigheid meegekregen, met plekken die je naar beneden zuigen, zodat je verzuipt. Ik ga voorzichtig met een peilstok zoeken naar grond. Als we goed voelen, vinden we plekken om te staan. Ik moet dus niet zozeer troosten, want dat kan neerbuigend, kleinerend, kleuterend en afhankelijk makend zijn. De kunst van het troosten is: mensen in hun waarde laten. In hun grond kan troost wortelen en gedijen. Troosters zeggen vaak: ‘Och, arme, volg mij, ík zal zeggen wat je moet doen.’ Op lange termijn maakt dat de ander klein. Dát is het probleem van kolonialiseren en was lange tijd ook het probleem van de psychiatrie: met goede bedoelingen mensen iets willen bijbrengen, maar ze klein en afhankelijk houden.”
Hoe kunnen we dan wel een ander troosten?
“Ik hoop van ganser harte dat niet alleen psychiaters troosten. We hebben nu al te veel werk omdat er te weinig wordt getroost. Het wordt uitbesteed aan professionele zorgers. Troost dreigt gepsychiatriseerd te worden omdat zélf troosten niet past in de leukigheidscultuur. Men zegt: ‘Ga maar naar de dokter, die zal u wel troosten of een pil geven, dan voelt u het niet meer.’ Maar het is juist heel wezenlijk om in verdriet contact te hebben met uw medemens. Dat kan door iemand vast te pakken.”
Hij pakt weer de hand van de interviewer. Lachend: “Dat voelt een beetje ongemakkelijk hè? Excuseer mijn vrijpostigheid.” Dan: “De essentie is: wees nabij, loop niet weg. Tater niet te veel: ge moet dit of ge moet dat. Wees stil! Dan kan de mens zelf tot een ingeving komen wat hij moet doen. De essentie van troost zit ’m in het geduldig wachten en hoopvol weten dat het goed komt; kunnen wachten zonder verwachting. Bijzonder dat ik De Wachter heet.”
Glimlachend: “Mijn naam is de meest betekenisvolle die er is.”
Gert Zomer