Geluidsfragment
Een kinderspiegel
‘Als ik oud word neem ik blonde krullen
ik neem geen spataders, geen onderkin,
en als ik rimpels krijg omdat ik vijftig ben
dan neem ik vrolijke, niet van die lange om
mijn mond
alleen wat kraaiepootjes om mijn ogen.
Ik ga nooit liegen of bedriegen, waarom zou ik
en niemand gaat ooit liegen tegen mij.
Ik neem niet van die vieze vette
grijze pieken en ik ga zeker ook niet
stinken uit mijn mond.
Ik neem een hond, drie poezen en een geit
die binnen mag, dat is gezellig,
de keutels kunnen mij niet schelen.
De poezen mogen in mijn bed
de hond gaat op zijn kleedje.
Ik neem ook hele leuke planten
met veel bloemen niet van die saaie
sprieten en geen luis, of zoiets raars.
Ik neem een hele lieve man
die tamelijk beroemd is
de hele dag
en ook de hele nacht
blijven wij alsmaar bij elkaar.’
Judith Herzberg